- 1. Wat weet je van kleding?
- 2. Wat zie je in de klas?
- 3. Wat zie je in de woonkamer?
- 4. Ken je alle soorten fruit?
- 5. Wat koop je in de winkel?
- 6. In het station. Wat zie je allemaal?
- 7. Voor, achter, boven onder
- 8. Welke lichaamsdelen ken je ?
- 9. Beroepen. Wat doet hij/zij?
- 10. Zetten, leggen en hangen.
- 11. Kies de goede zin bij de tekening.
- 12. Waar is de kat?
- 13. Wat voor weer is het?
- 14. Volgende pagina